Valhalla is de hal der gevallenen. Het is Odins hal voor gestorven helden of krijgers die door Odin zelf of een Valkyrja zijn uitgekozen. De krijgers trainen dagelijks voor Ragnarök, omdat zij uitverkoren zijn om naast Odin te vechten voor Asgard. Tijdens het einde van de wereld(en) komen alle Einherjar (de overleden krijgers) uit alle 640 deuren van Valhalla. Het is een hal van stralend goud. De poort heet Valgrind, wat ‘dodenpoort’ betekent. Op het dak van Valhalla zit Heidrun, een geit voor mede, en een hert genaamd Eikthyrnir. Uit het gewei van dat hert stroomt Hvelgelmir, een bron met rivieren naar alle werelden. De naam ‘Valhallr’ betekent letterlijk ‘dodenrots’ of ‘dodenberg’.

Valkyrjur, enkelvoud Valkyrja, zijn vrouwen die Odin helpen met het uitzoeken van zielen voor Valhalla. Hun titel betekent ‘kiezers van de gevallenen’. In het begin werden de Valkyrjur afgebeeld als sinistere doods- en oorlogsgodinnen die, rijdend op hellehonden, zochten naar strijders voor Odin. Later is deze opvatting veranderd en wordt een Valkyrja afgebeeld als een jonge vrouw met een mooi harnas, een helm en een speer, die rijdt op een gevleugeld paard. Met hun magie zorgen de Valkyrjur ervoor dat degenen die zij hebben uitgekozen, ook daadwerkelijk zullen sterven. Tijdens Ragnarök zullen de Valkyrjur naast Odin vechten.